Ruimte voor water en afvoer vertragen


Ruimte maken voor water doen waterschappen bijvoorbeeld door retentiegebieden te plaatsen waarin water (tijdelijk) kan worden vastgehouden of door overloopgebieden te creëren zodat beken en rivieren kunnen uitdijen wanneer het veel geregend heeft.

Waterafvoer vertragen op plekken waar niet voldoende water wordt vastgehouden kan op meerdere manieren; door de beek te laten meanderen (kronkelen) stroomt het minder snel van A naar B. Maar ook het minder ondiep maken van de beek zorgt ervoor dat het water minder grondwater uit het gebied onttrekt. Daarnaast kan ook vegetatie in de watergangen helpen bij het vertragen van de afvoer.

Bij het implementeren van deze maatregelen kijken de waterschappen natuurlijk naar de waterveiligheid en moet er voldaan worden aan de normen.