Terugkijken en vooruitblikken: Lumbricus gaat, KLIMAP komt


Het kennisprogramma Lumbricus wordt in maart 2021 officieel afgesloten. Vier jaar onderzoek hebben de nodige puzzelstukjes opgeleverd voor een klimaatrobuuste inrichting van de hogere zandgronden, zegt Bas Worm, de initiatiefnemer van het programma: “Maar we hebben de hele puzzel nog niet kunnen leggen.” Want het programma leverde behalve antwoorden, ook weer nieuwe vragen op. Die worden deels opgepakt binnen het programma KLIMAP, dat deze zomer officieel van start ging.

De afgelopen jaren hebben waterschappers, wetenschappers en gebruikers in een aantal proeftuinen de effectiviteit, maar ook de technische haalbaarheid van allerlei bodem- en watermaatregelen onderzocht om te komen tot klimaatrobuuste hogere zandgronden. Dat heeft de nodige nieuwe kennis en inzichten opgeleverd die waterschappers de nodige handelingsperspectieven bieden om aan de slag te gaan. Tegelijkertijd weten we volgens Bas Worm nog niet precies of de maatregelen altijd en overal toepasbaar zijn en wat de kosten zijn van maatregelen als je ze breder toepast. “Ook zijn we er binnen Lumbricus slechts ten dele in geslaagd de effectiviteit van sets van maatregelen voor grotere gebieden door te rekenen. Dat wilden we wel, maar dat bleek in dit programma helaas een brug te ver. En er blijven vragen over het ‘hoe’: de manier waarop partijen het met elkaar moeten gaan regelen, de governance. Ik ben heel blij dat veel van deze vragen nu worden opgepakt binnen de opvolger van Lumbricus, het kennisprogramma KLIMAP: Klimaatadaptatie in de praktijk.”

Uitstekend werk

Volgens onderzoeker Erik van Slobbe, betrokken bij KLIMAP, heeft Lumbricus met het proeftuinconcept waarin wetenschappers samen met gebruikers op zoek zijn gegaan naar effectieve maatregelen, uitstekend werk verricht. Werk waarop in KLIMAP goed kan worden voortgebouwd. Nieuw in KLIMAP is dat het programma via de methode van ‘ontwikkelpaden’ nadrukkelijk rekening houdt met onzekerheden rondom klimaatverandering. Maar bijvoorbeeld ook met mogelijke wijzigingen in landgebruik. Bij de ontwikkelpadenmethode ontstaan via het beantwoorden van ‘wat als vragen…’ een aantal denkbare richtingen in de opgave, zegt Van Slobbe: “Stel je voor dat het met de klimaatverandering ineens minder hard gaat, of juist veel harder dan we nu denken. Of dat het areaal landbouwgrond sterk terugloopt, danwel een omslag plaatsvindt van reguliere naar kringlooplandbouw.” Bij de start van Lumbricus was dit laatste nog nauwelijks aan de orde. Maar inmiddels is zo’n scenario zeker niet meer ondenkbaar, vindt Van Slobbe. Dan kun je er volgens hem dus maar beter rekening mee houden: “Op basis van de richtingen waarin de opgave zich beweegt, kunnen we beter gaan beoordelen wat - ongeacht de uiteindelijke opgave - no-regret maatregelen zijn, maatregelen die altijd zin hebben. Maar ook welke maatregelen op langere termijn weinig nut hebben, of misschien zelfs contraproductief.”

De richting van autonome en klimatologische ontwikkelingen kunnen grote invloed hebben op de aard van de opgaven en het uiteindelijke doel, aldus Van Slobbe. “We zetten de combinatie van proeftuinen en modelleren uit Lumbricus voort en bedden dat in in de analysemethode van ontwikkelpaden.”

Lumbricus wordt in maart 2021 officieel afgesloten met een slotsymposium. In de loop van dit jaar komen alle eindresultaten van het programma beschikbaar, veelal in de vorm van Deltafacts. Het kennisprogramma KLIMAP heeft het Lumbricusstokje inmiddels overgenomen. Het doel blijft onveranderd: een klimaatrobuust water- en bodemsysteem op de zandgronden ten behoeve van landbouw, natuur en andere vormen van grondgebruik.

Meer weten? Kijk op www.klimap.nl